Het oorspronkelijke gebouw van de Koninklijke Amsterdamsche Roei- en Zeilvereeniging ‘De Hoop‘ is een ontwerp van architect Auke Komter en is gerealiseerd in 1952. De architectuurstijl is nieuwe zakelijkheid. Een stijl die kenmerkend is voor de wederopbouwperiode van na de WO II waarin openheid en daglicht een belangrijke rol speelden. Het strakke lijnenspel is typerend voor deze architectuurstijl waarin beton, metselwerk en glas de belangrijkste basismaterialen vormden.
Open en licht zijn de uitgangspunten gebleven bij de vernieuwbouw naar ontwerp van Arons en Gelauff Architecten in 2010. Dit maakt dat het gebouw ook nu modern oogt en prima past in deze tijd. In 2017 zijn op de daken PV-panelen geïnstalleerd die zorgen voor de opwekking van elektriciteit en daarmee bijdragen aan de duurzaamheidsambities van de vereniging.
Een rondgang door het gebouw levert de toeschouwer een variatie aan beelden, waarbij de omgeving door de hoge open gevels het decor van de ruimtes is. De glazen entreehal grenst aan het pleintje en is uitnodigend en licht. Achter de voordeur loopt men rechtdoor naar de botenloods waar gestapeld een honderdtal boten liggen in de klassen van wherry’s tot en met achten en skiffs. In het verlengde van de loods bevinden zich dubbel openslaande deuren met toegang tot de vlotten, waar de boten in en uit het water gaan.
Vanuit de botenloods zijn de ingangen van de kleedkamers en bergingen en de werkplaats voor bootreparaties. Opmerkelijk is de situering van de kleedkamers onder het waterniveau van de Amstel. Lopen we terug naar de entreehal dan bereiken we via de hoofdtrap of lift de eerste verdieping. Aan de straatzijde bevindt zich de krachtsportruimte, waar de roeimachines zichtbaar zijn als in een etalage en waar de functie van het gebouw tot uiting komt voor de voorbijgangers.
Aan de andere zijde van het gebouw bevindt zich de lichte en ruime (grote) sociëteit op het zuiden en de (kleine) ledensociëteit aan de westzijde. In het verlengde van beide sociëteitsruimten liggen de terrassen. Van hieruit krijgt de beschouwer een ruim uitzicht over de Amstel in de richting van de Berlagebrug en het centrum van Amsterdam. Beide ruimten zijn zelfstandig te gebruiken met voorzieningen zoals een bar en een keuken. Op de verdieping bevinden zich ook de bestuurskamer en de commissiekamer die tevens georiënteerd zijn op de Amstel. De sfeer van het interieur is een balans tussen oud en nieuw waarbij de functie en de leeftijd van de vereniging wordt onderkend en uitgedragen.
