Van Amsterdamsche Roeivereeniging ‘De Hoop’ naar Koninklijke Amsterdamsche Roei- en Zeilvereeniging ‘De Hoop’
Oprichting
Als datum van oprichting van ‘De Hoop’ wordt 26 mei 1848 aangehouden. Een zestal jongens, zoons van eigenaren van bedrijven op het gebied van handel, scheepvaart, bouw en industrie, ontdekten die dag, tijdens een tocht naar Diemen in een zesriemsgiek, hoe leuk het was om zelf te roeien. Hun inspiratie vonden zij in Engeland bij de roeiende studenten van Oxford en Cambridge. Engeland was in die tijd het toonaangevende land in de wereld. Zij besloten op regelmatige basis te gaan roeien en vormden daartoe een vereniging die ze ‘De Hoop’ noemden. Veel van hun vrienden en kennissen meldden zich als lid aan. In augustus van dat jaar deed de club al in een vierriemsgiek mee aan wedstrijden in Rotterdam en behaalde een eerste prijs. De eerste boten werden opgeborgen in een berging op de hoek van de huidige Sarphatistraat en de Amstel tegenover de plaats waar in 1867 het Amstelhotel (InterContinental Amstel Amsterdam) zou verrijzen. Tot 1952 kende de club vier verenigingsgebouwen op verschillende plaatsen in de buurt van Sarphatibrug over de Amstel. Het huidige botenhuis werd in 1952 opgeleverd en is sindsdien een paar keer flink verbouwd.
Roei- en zeilvereniging
De vereniging veranderde in 1855, na fusering met de ‘Amsterdamsche Kotter Vereeniging’ van louter roeivereniging naar een roei- en zeilvereniging. Met deze fusie kreeg De Hoop een aantal wat oudere leden die de roei- en zeilsport vooral als middel zagen om de botenbouw te bevorderen en jongens uit de volksklasse alle ambachten aan te leren die daarvoor nodig waren. Dit waren ook de mensen die zelf boten en bemanningen financierden om ze op wedstrijden te laten uitkomen.
Koninklijk
Al deze activiteiten hadden de belangstelling van het Koninklijk Huis. In 1852 aanvaarde Koning Willem III het beschermheerschap van de club. Zijn broer Prins Hendrik bezocht regelmatig de feesten en wedstrijden van de vereniging. Hij voer dan mee op een jacht van een van de rijke voorname verenigingsleden. Sinds 1908 mag de vereniging zich ‘Koninklijk’ noemen. De band met het Koninklijk Huis is blijven bestaan. In 1998 bezocht koningin Beatrix de vlootschouw bij De Hoop ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan.
Dames, jeugd en veteranen
In de loop van de 19e eeuw verdween het beroepsroeien en werd De Hoop louter een amateursportvereniging. Naast het roeien ontwikkelde zich een opgewekt sociëteitsleven. De mogelijkheid om te zeilen bleef met ups en downs voortbestaan. Vanaf 1915 liet de vereniging dames toe om te roeien, stemrecht in de algemene vergadering kregen ze in 1946, een jaar later trad het eerste vrouwelijke bestuurslid toe. Stemrecht of niet, er meldden zich veel dames aan, waardoor rond 1920 De Hoop een veel-winnende dames (stijlroei)ploeg op het water wist te brengen. In de loop van de jaren dertig liet de club ook jeugdleden toe. Die waren en zijn nog steeds vrij succesvol bij wedstrijden. Vanaf het eind van de jaren zestig kreeg de vereniging een sterke groei-impuls, van ca. 800 tot ca. 1000 leden, door de opkomst van het veteranen roeien. Het wedstrijdroeien door personen ouder dan 27 jaar. In 1967 organiseerde De Hoop de eerste grote internationale veteranenregatta. Het werd de favoriete club voor oud-wedstrijdroei(st)ers die in Amsterdam een baan vonden en als veteraan het plezier van het wedstrijdroeien wilden voortzetten.
Toproeiers
De club bracht verschillende internationale toproeiers voort. Constant E. Pieterse won in de skiff en de dubbeltwee tussen 1921 en 1930 tweemaal goud en eenmaal brons bij de Europese kampioenschappen. W. Jens en A. Dekker werden derde in de twee zonder stuurman bij het Europees kampioenschap van 1933. De boot die aan het plafond van de sociëteit hangt, de Oranje, werd in 1934 speciaal voor dit duo aangekocht voor hun deelname aan de wedstrijden in Henley, Engeland. Zij vonden de boot te zwaar en roeiden er met tegenzin in. De damesacht van de Hoop werd in 1950 kampioen van Nederland en domineerde toen ook op internationaal niveau. Frans Göbel triomfeerde in 1989 en 1990 als wereldkampioen in de lichte skiff. Cindy Rip behaalde een derde plaats in de lichte 2x bij de wereldkampioenschappen van 1993.
Het tweede clubgebouw 1854-1861
Versierde boten tijdens het bezoek van de koninklijke familie, 1910
Dames stijlroeiploeg 1924